VLOEKEN

Godslasterende uitdrukking, volgens mijn oude Kramerwoordenboek. Op Wikipedia wordt het een krachtterm, ontleend aan de godsdienst, genoemd.

Krachttermen. Ik hoor ze heel vaak. Als ik voor een groepje jongeren loop in de stad, verbaas ik me steeds over het taalgebruik. Gisteren stond ik bij de kassa van een supermarkt achter een paar jongens, die broodjes hadden gekocht. Tijdens het betalen klonken er weer een paar woorden, waarvan ik nu niet meer schrik, maar waar ik wel verbaasd over ben. Ik schudde mijn (eigen)wijze hoofd en dacht: “Wat zeg je, als er echt heel iets ingrijpends in je leven gebeurt? Kom je dan woorden tekort?”

Afgelopen zondag keek ik weer naar een aflevering van “De luizenmoeder”. Daarin klonken ook nogal wat krachttermen. Die schrokken me niet af, ik heb de tv niet uitgedaan, maar ben blijven kijken. Ik denk, dat de mensen, die die termen gebruiken, zich niet bewust zijn van wat ze zeggen. Ze gebruiken die woorden, omdat ze geen andere beschikbaar hebben. Taalarm, beperkte woordenschat.

         Deze laatste aflevering van de serie vond ik trouwens erg zwak. Seksuele voorlichting op school. De een wil het wel, de ander niet. Een eigen lesprogramma opstellen. Wat een besmuikt gedoe. De hele aflevering stond bol van de dubbelzinnigheden, gegrinnik en onmacht.

Ik vind, dat seksuele voorlichting thuis moet gebeuren. In een vertrouwde omgeving. Maar dit terzijde.

Die krachttermen. Ze zijn gerelateerd aan godsdienst en seks. Twee belangrijke dingen in het leven. Ik hoorde die woorden ook uit de mond van de sporters, die wel of geen medailles hadden gekregen op de Olympische spelen. Sommigen excuseerden zich voor de woorden, anderen niet. Geen andere woorden beschikbaar…

In het ND, de krant, die ik lees, stonden 2 artikelen: Iemand zet de tv uit, als er vloeken klinken. Een ander doet dat niet. Ik vind het onderscheid belangrijk: Bewust vloeken of krachttermen gebruiken bij gebrek aan beter.

Sommige cabaretiers zijn zich heel goed bewust van de woorden, die zij gebruiken. Youp van het Hek weet heel goed, wat hij doet. Naar hem kan ik niet kijken. Als hij op tv is, ga ik zappen.  Ik vind dat zo jammer, want hij heeft ook goede grappen. Die hoor ik ook wel. Waarom dan zo bewust kwetsen, zo zuur over alle dingen, die mij dierbaar zijn? Gewoon jammer.

VLOEKEN en KRACHTTERMEN vind ik een blijk van taalarmoede.

Ik kom veel in gezinnen, die alle moeite doen om het Nederlands machtig te worden. Fatsoenlijk Nederlands. Geen vloeken en krachttermen.

Tja.. veel om over na te denken.