Oranjes weer onder vuur.

Het debat over ons koningshuis. Nou ja, over het geld. Het is in mijn ogen een potje premiertje pesten, want alle feiten waren al bekend en door de kamer ondersteund.  Het gaat mij nu om de biografie van Juliana, die afgelopen week verscheen. Ik probeer me te verplaatsen in  Beatrix en haar zussen.

Ik ben nu even Beatrix. Onze koningin. (Waarom ze nu prinses genoemd moet worden, is me niet duidelijk, maar dit terzijde).

“Vanmorgen lees ik de krant. Gisteravond heb ik ook het een en ander op tv gezien. Ik heb heel slecht geslapen.

Ja,  mijn vader heeft menigmaal een scheve schaats gereden. Hij is wel mijn vader en ik hield van hem.

 Ja, mijn moeder was anders, dan menigeen denkt. Ik hield van haar.

Ja, ik kom over als een koppige tante. Dat ben ik misschien ook wel. Oma intussen. Het zij zo.

Ja,  Claus was de beste keus, die ik gemaakt heb. Trouwens: hij koos wel voor mij, hoor. Hij wist heel goed wat hem aan shit te wachten stond! Om het maar eens in hedendaagse termen te zeggen. Hij nam het allemaal voor lief, omdat hij van me hield. Hij gaf heel veel op. Wat voelt dat nog steeds goed.

Nu zit ik op Drakensteyn en mediteer.

Wat waren we gelukkig in die tijd. Samen genieten van elkaar en van de kinderen. Zo nu en dan de pers op bezoek. Dat hoort er bij.

Dan word ik koningin. De inhuldiging. Rookbommen. Geweld, tegenstand. Claus was nog meer gespannen dan ik. Als ik de beelden terug zie, wordt me dat heel duidelijk.

Zoveel jaren alleen het ambt. De kinderen groeien op. Puberteit is niet altijd gemakkelijk. Integendeel. Maar dan moet je maar kroonprins zijn. Ik weet nog heel goed, hoe ik me voelde in die tijd. Fotografen achter elk bosje. Alles wordt geregistreerd.  Iedereen legt alles op zijn manier uit. Positief, maar vooral negatief.

Nu zit ik hier voor het raam.

Uitzicht op de plek, waar Friso begraven is. Mabel komt hier ook vaak. Ik stimuleer haar om verder te gaan met haar leven. Ze moet niet alleen blijven met de kinderen. Daar is zij nog te jong voor. Toen Claus stierf, was ik al veel ouder. Geen behoefte meer aan een nieuwe relatie.  Ik had aan hem genoeg.

Ik denk aan Willem-Alexander.  Hij is nu koning en ik vind, dat hij het heel goed doet. Samen met Maxima. Hij beweegt alleen teveel met zijn handen als hij praat. Ik zie het allemaal. Ik ben trots op hem. Ook op Constantijn en Laurentien. Zij treden op in talkshows.  Dat had in mijn tijd nooit gekund. Nu wel. Vind ik heel goed.

Margriet en Pieter komen ook vaak. Zij betekenen veel voor mij. Ik zag dat vroeger helemaal niet zo zitten. Een burgerjongen in onze koninklijke familie… hij heeft ons  geleerd, dat adel van binnen zit.  Jezelf blijven zijn. Dat is erg moeilijk als alle camera’s op je gericht zijn. Als je een traan laat, wordt dat 1000 herhaald. En dan vragen ze zich ook nog af, of de emotie echt is. Nou, speel je op je trouwdag een rol? Het bleef bij een traan. Wat een zelfbeheersing! Op de mooiste dag van je leven wil je graag alle mensen van wie je houdt erbij. Maxima’s ouders waren er niet. Ze mochten niet komen. Ik heb daar nog steeds moeite mee. Ik weet, dat er erge, heel erge dingen zijn gebeurd. Maar wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.

Dan dat debat. Over geld, de uitkering voor Amalia, enz. Nee, ik ben niet uit op geld. Ik verkeer in de gelukkige positie, dat ik een goed leven heb. Dat is bij vele mensen anders, dat realiseer ik me heel goed. Ik volg het nieuws. Zie al die vreselijke beelden. Dit debat was  pesten. Verkiezingsretoriek. Jaren geleden was er al het een en ander afgesproken.  Dat wisten ze allemaal. Welke rol ik daarin gespeeld heb?  Minimaal. Wij, de Oranjes ( op die naam ben ik trots! Veel Nederlanders ook, want die kleur staat voor Nederland)  doen ons best.

Door dit allemaal te zeggen, komt er vast wel weer heel veel shit. Ik kan dat woord bijna niet uit mijn strot krijgen. Dat laatste woord ook niet trouwens. Ze staan passief in mijn woordenboek. Ik gebruik ze nu actief. Om te laten merken, dat wij ook gewone mensen zijn. En dan is “wij” geen formele vorm.

Zo,  dat was de koningin. Geen idee, of zij zo zou reageren. Ik kan het me voorstellen. Ik heb me voorgesteld, hoe ik me zou voelen, als er over mijn ouders zo’n boek geschreven zou worden. Ik zou het vreselijk vinden. Er kan nog zo veel waar van zijn, maar ik vind dit uiterst onkies. Je weet niet eens zeker, of alles waar is. Je weet niet eens, hoe de kinderen hun jeugd, waarin dit alles speelde, beleefd hebben. Prinses Irene zei, dat ze zich diep gekwetst voelde. Dat zal Beatrix ook zijn, maar zij kan dat niet zeggen.

Dan zeg ik het maar in haar plaats.

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.