10 april 2019 INSPECTIE EN PRAKTIJK, DON QUICHOT??
Vandaag heb ik onverwacht een vrije dag: mijn leerling is ziek en de afspraak voor het gezinsbezoek is verplaatst naar volgende week. Daar kan ik van genieten. Nee, niet van het feit, dat iemand ziek is natuurlijk, maar wel van die onverwachte vrije dag. Regelmaat vind ik fijn, dat geeft rust en zekerheid. Maar iets onverwachts heeft ook wel wat.
Toen ik nog in het onderwijs werkte, overviel me altijd de vakantie: “Volgende week al? Helemaal niet aan gedacht!” Ik heb gelukkig nooit van vakantie naar vakantie geleefd. Onverwacht vrij is best leuk.
Vanmorgen was ik dus vrij. Ik luisterde naar radio 1, zoals meestal. Ik blijf graag op de hoogte van het nieuws. Vanmorgen stond de uitzending helemaal in het teken van het rapport van de onderwijsinspectie. Ik heb heel belangstellend geluisterd. Het onderwijs heeft nog steeds mijn belangstelling. Hoe kan het ook anders na meer dan 40 jaar daar gewerkt te hebben…
De inspectie? Tja, daar heb ik niet veel goede herinneringen aan. Eens kwam er een inspecteur in mijn klas. Als ik kon tekenen, tekende ik hem zo uit. Strak in het pak, strenge blik. Zijn naam weet ik niet meer, maar die had iets te maken met een schoenenzaak.( O ja, nu weet ik het weer, maar ik zal die niet noemen). Ik ging gewoon door met de les, maar toen ik enkele leerlingen hielp, begon hij vragen te stellen over een van de kinderen. Zo maar, midden tussen de kinderen. Hij had wel een van de kinderen, die extra aandacht nodig had te pakken, dat moet ik hem nageven, maar daar praat je toch niet over waar de kinderen bij zijn? “Meneer.., we zijn aan het werk. Straks heb ik tijd voor u”. Nooit meer iets van hem gehoord. Wel van een ander bezoek. 2 inspecteurs tegelijk in mijn groep. Een les begrijpend lezen. Terwijl ik een goed gesprek had met de kinderen onderbrak 1 van hen me en vroeg naar mijn map. Daarin stond mijn planning, heel uitgebreid beschreven. Maar ja, geen handelingsplannen, geen groepsplannen. Dat was dus een grote misstap van mij. Dat kreeg ik wel op mijn bordje. Geen enkele aandacht voor de sfeer in de groep, voor de manier, waarop ik met de kinderen omging, voor hun welbevinden.
Het frustreert me eigenlijk nog steeds en ik merk, dat ik niet de enige ben: Alles moet op papier, dan is het goed. Hoe dat in de praktijk uitgevoerd wordt, is niet aan de orde.
Ik kan alles prima op papier zetten, geen probleem. Maar ik ga voor de praktijk! De tijd, die ik aan papierwerk besteden moet, besteed ik liever aan de praktijk. Dat was vroeger, toen ik nog in het onderwijs werkte zo, dat is nu nog zo.
Ik werk nu als taalcoach. De Taalpuntleider vraagt me om een portfolio van mijn leerlingen samen te stellen. Een portfolio is volgens mij een documentenlijst van wat jijzelf gedaan hebt. Beginsituatie, vervolg, evaluatie.
Moet ik dat doen voor mijn leerlingen? Dat kan ik helemaal niet en dat wil ik ook niet. Ik geniet van het werken met mijn leerlingen. Ze zijn zo verschillend, ik leer van hen en zij van mij. We bevinden ons er allemaal wel bij.
Waarom al die administratie?
Ik kan alleen maar bedenken dat het is om te laten zien, wat er op papier gebeurt. Voor de subsidie? Geld?
Subsidie is fijn. Laten we het besteden, waar het bestemd voor is: PRAKTIJK.
Don Quichot? Vechten tegen windmolens??
Zo, dat is er weer uit.
Reactie plaatsen
Reacties
Mooi ! :)